pv6   16.5.2025

Willem Semeins

 

Afronden.

op gelijkwaardigheid

met een publiek kapitalisme

 

Ons bedenken en maken dat zich manifesteert als een evolutie door ons heen van het materiële van de natuur waarin en waarnaar we zijn. Van middelen waarmee we ons materieel verlenging.  Waarmee we mens zijn. Al naar die verlenging,  programmering van ons brein. Met de taal waarin we leven en  denken. Met z,n woorden, verhalen waarin we geloven. Waarin we denken.

Innovaties die de maakindustrie afronden op wat technisch mogelijk is. Tot  op de grenzen van de wetten van de natuur.  Tot op het praktisch volmaakte. Veel producten die we al als zodanig beleven. Die niet beter hoeven, en gezien die wetten ook niet kunnen. Die uitgeïnnoveerd zijn. Vrije markten die daar als vanzelf op uitkomen.

Apparaten die het maken van ons overnemen. Die kunnen wat met handen niet meer mogelijk is. Zoals het walsen van staal, maken van potloden, het printen van chips. Bestuurd door kunstmatige intelligente.  Efficiënter en betrouwbaarder dan de onze. Waarmee we de economie van dat gemaakte regelen.

Met de problematiek om van dit alles leidend beginsel te blijven. Te kunnen kiezen en blijven verantwoorden. Nederland daarmee al redelijk gaaf. Maar ook een nogal rechtlijnig en steriel gespoten tractorland waarop vogels steeds minder te zoeken hebben. Dat anders moet. Democratisch overeen te komen. Wat op de tocht staat.

De afronding van producten tot op de kwaliteit van ‘kan niet beter’. Die  duurzaam zijn en daarmee lang  mee gaan. De bezitter rijker maken door steeds minder vaak te hoeven kopen. Waard om te behouden, te herstellen. Die tenderen naar generaties bestendig. Bij vererving  komende generaties rijk maken. Een ontwikkeling die de economie van maken en consumeren transformeert in bezitten en dat beheren en behouden. Voor alles wat we niet verbruiken.

Duurzaam bezit, kapitaal, voor materiële bestaanszekerheid. Waarmee het kapitalisme winnaar is geworden. Met het private kapitalisme, en met collectief bezit een publiek kapitalisme. De uitkomst van de democratische rechtsstaat. Met zorgzame samenlevingen en met publieke voorzieningen voor iedereen.

Bezit vooral te beheren en behouden. Wat de werkgelegenheid van het maken daarnaar verlegd. ‘AI’ die ze verder reduceert tot op wat alleen met handen kan en onze intelligentie. Wat de economie van maken en consumeren transformeert in bezitten en dat beheren en behouden.

Duurzaam bezit, kapitaal, voor materiële bestaanszekerheid. Waarmee het kapitalisme winnaar wordt. Met het private het geval. Collectief eveneens mogelijk met een publiek kapitalisme. De uitkomst van voor de democratische rechtsstaat. De zorgzame samenlevingen met z’n  publieke voorzieningen voor iedereen.

Bezit vooral te beheren en behouden. Wat de werkgelegenheid daarnaar verleggen. ‘AI’ die ze verder reduceert tot op wat alleen met handen kan en onze intelligentie. Persoonlijke dienstverlening, zorg, cultuur,, sport. spel, vrije tijdsbesteding.

Kwaliteit is mede wat de markt betalen kan. Daarmee ook de afronding op ‘de laagste prijsgarantie’. Producten die steeds goedkoper worden. Met negatieve gevolgen voor die afronding op duurzaam. Het product dat goedkoper te vervangen is dan te herstellen. Het wegwerp artikel dat het milieu vervuilt, vervangingsmarkten in stand houdt. En daarmee het maken. Noodwendig voor een economie op groei gebaseerd. Waarin de meeste mensen vooral met werken geld verdienen.

De natuur die deze verspilling niet aan kan. Die de keuze voor duurzaam noodwendig maakt. Publiek overeen te komen. Wat de democratische rechtsstaat tot een noodwendig maakt. En dat publiek kapitalisme. Als basis voor bestaanszekerheid. Collectief steeds meer gaan bezitten. Publiek beleggen in wat vrije markten niet alleen aan kunnen. Publiek kapitaal dat net als een particulier kapitaal dat dan voorziet in een basisinkomen voor iedereen.

Minder maken en steeds duurzamer. Publiek daarop inzetten met overeen te komen normen en waarden. Het verhaal van de circulatie - economie. Het gemaakte in circulatie brengen en houden. Apparaten die te herstellen zijn. Onderdelen die verslijten te vervangen. Ze daarop laten ontwerpen. Tot op thuis zelf kunnen doen. Producten die het gehad hebben hergebruiken. Voor een groot deel van onverwoestbare materialen. In elkaar gezet vaak alleen maar te slopen. Bij falen dus gewoon terug naar de maker voor hergebruik.

De auto die vrijwel uitontwikkeld is tot  op heel duurzaam.  Die elektrisch veel simpeler die nog veel langer mee kan gaan. Bij  goed beheer en behoud. Waarmee het maken van auto’s zich daarnaar verlegd. Die met ‘AI’ minder ongelukken maken

Een ontwikkeling weggelegd voor heel van water we maken. De weldoortimmerde goed gesitueerde woning die al vele generaties mee gaat. Met de sociale woningbouw een collectief bezit.

Het duurzame door de markt zelf af te dwingen, met ‘het uiterste in ascese’. Als consument in die taal gaan leven. Het volmaakt mogelijke willen maar beperkt tot het persoonlijk zinvolle. De productie van kleding inmiddels in extreme overdaad. Uiterst vervuilend. Circa vijftig procent dat de verkoop niet haalt. Die gaan bezitten in ascese, in die beleving gaan leven. Maar één klerenkast met alleen het beste, mooie, duurzame. Geschikt om te ruilen, voor de kringloop. Nieuw alleen nog het ‘kan niet beter’. Vooral lokaal gemaakt, op de huid van de drager. De producties in lage lonenlanden die het dan gehad hebben. Daarmee ook uitbuiting van mensen.

Bezit eenmaal afbetaald dat z’n kosten beperkt tot beheer en behoud. Producten die op de vrije markt gaan voor prijzen al naar hun schaarste. Innovaties die daarop inspelen. Even het eerste zijn met iets nieuws en bijzonders. Tot op ‘kan niet beter’’ Wat uiteindelijk leidt tot overvloed. Meubels vele honderden gekost die in  kringloopwinkels voor tientjes de deur uit gaan. Voor deel de verbrandingsovens in. Voor kleding hetzelfde verhaal. De auto die je moeilijk kwijt raakt. De elektrische eens in overvloed en nog bestendiger die eens hetzelfde lot wacht. In overvloed heel goedkoop. De weldoortimmerde woning die  de bezitter goedkoop laat wonen. Eens ook in overvloed. Ontwikkelingen op lange termijn.

Versterkt door krimp van de bevolking. Door welvaart en gelijkwaardigheid van vrouwen. Japan al in de nabije toekomst geschat p dertig procent minder. China met problemen van vergrijzing. Landen die dan bezit gaan overhouden, in overdaad krijgen. Publiek te beheren als bron van grondstoffen voor toch nog te maken.

  Rijk Nederland dat niet zonder immigranten kan. Daarmee op weg naar twintig miljoen. Dat eens zonder moet met alle Europese landen gaaf. Dan naar tien miljoen en bezit in overvloed? Halvering eens van de wereldbevolking, een zegen voor de mensheid. Stippen op de horizon.

De vrije markt met de bedreiging van monopolies. Het dan wegvallen van concurrentie. Die dan ook niet zonder marktmeesters kan om die monopolies te regelen. Gebruikelijk overheden. Nationaal en internationaal.

Plek die nodig is voor wonen,  bezitten,ondernemen, mobiliteit. infrastructuren. Dat bij schaarste el een monopolie krijgt. Met structuren de diepte en d en de hoogte in te vermenigvuldigen. De daardoor te dure steden.

Plek, grond bij uitstek generaties bestendig is.  Een kwestie niet van maken maar van bezitten. Dat z’n bezitters steeds rijker maakt. Eenmaal een huis voor altijd een huis. Afbetaald oor de kosten van alleen B en B. Hetzelfde verhaal voor die vermenigvuldiging van plek. De vastgoedmiljardairs. Zorgeloos op jachten als zinloze badeenden dobberend in havens van belastingvrije landen. Bodemschatten die de bezitter van grond rijk maken. De megarijkdom in  oliestaten. 

Publiek herstel van het eens commune van plek op aarde. Noodwendig voor gelijkwaardige samenlevingen mede gebaseerd op collectief kunnen bezitten. Plek dan alleen voor de kosten  van z’n beheer en behoud. Voor het voor iedereen essentiele. Wonen, als kind al je eigen kamer. Volwassen je eigen voordeur. Te eten en te drinken hebben. Daar waar gegeten wordt. Lokaal ondernemen. Essentieel voor de circulatie-economie. De groenteboer, melkboer, slager, horeca door te hoge huren door supermarkten met vooral ongezond en wegwerpverkoop verdreven. Plek voor de publieke ruimte, energiewinning, infrastructuren, drinkwater, mobiliteit, zorg, communicatie, enzovoort. Publiek  te beheren en behouden.  Plek voor de natuur. Met wilde dieren. Daar tegen beschermd met heggen. Weer terug naar een landschap daarmee gesierd. De natuur waarin het graag verpozen en tot onszelf komen is. 

Bedrijven die met bestendige productiemiddelen uiterst concurrerend zijn. Wat expertise en investeren vereist. Waarmee ze een voorsprong op de markt hebben. Door andere moeilijk in te halen. De multinationals met al een eeuwig leven. Die bepaalde producties wereldwijd beheersen. Vrij in waar ze zich willen vestigen.

Waarin we beleggen. Mede collectief. Door pensioenfondsen ,voor een basisinkomen voor ouderen. Voor rekening van de economie. Te ontwikkelen tot een fonds voor een basisinkomen voor iedereen. Door publiek ook in bedrijven te investeren. In wat de vrije markt niet alleen aan kan, gesubsidieerd moet worden.  De noodwendige transities.  Publiek het daarin mede voor het zeggen kunnen krijgen.  Over doelstellingen en beheer en behoud. Bedrijven, de combinatie van kapitaal en arbeid. Waarin het vaak boeiend werken is en leuk tot uitbundig verdienen is. Vooral bovenin. Zolang winst wordt gemaakt.

Die gaan naar de eigenaren van, de beleggers in bedrijven. Die de doelstellingen bepalen. In Nederland circa tien procent van de bevolking. Die daarmee beslissen over het wel en wee van z’n economie. Deels als dobberende badeenden. Geld met geld verdienen. Daarmee vrij van lokale lasten. Collectief daarin gaan beleggen e met een meerderheidsbelang.

Alle producten die gebaseerd zijn op import. De wereldwijde specialisatie in toeleveringen. Waarmee we voor ons maken niet zonder elkaar kunnen. Importtarieven die de consument altijd geld en kwaliteit kosten. Het eigen volk eerst en alles zelf maken niet kan. Oorlogen al helemaal niet.

Wel de handhaving van publiek overeen gekomen normen. Voor een internationale rechtsorde, democratisch overeen te komen. Met onafhankelijke instituties die ze handhaven. Blauwhemden om ze te beschermen.Bedrijven  gebaseerd op overleg die daar geen  moeite mee hebben. Ook niet met publiek overeengekomen normen. Als het speelveld maar eerlijk blijft.

Persoonlijke belangen wel. Extreem rijke en machtige vooral mannen die vrede inmiddels overal verstoren. Met als antwoord blijven geloven in democratie.

Publiek herstel van het eens commune van plek op aarde. Noodwendig voor een bestel gebaseerd op vooral bezitten. Daarmee bevrijd van huren van een plek daarvoor. Het eens publieke daarvan dat verloren ging met de uitvinding van landbouw. Die bezit van land en arbeid vereiste. Beide toen met het zwaard te verwerven. De ridder met z’n kasteel, het huwelijk voor z’n nageslacht, zonen, dochters voor het netwerken, met andere mannen ook met zwaarden, te vriend zien te houden. Met onderdanen, slaven voor het werk. De gouden tijden voor grootgrondbezitters. Bij de gratie van bedachte goden gedacht. Waarmee de gelijkwaardigheid in samenlevingen verloren ging. Tot op heden. De gouden elites nu van die badeenden. 

De industrialisatie met z’n nieuwe gouden elites.  Schapen die het op landgoederen beter en makkelijker deden dan boeren. Die daarom verdreven werden, naar de steden en daar goedkoop bruikbaar voor bedrijven. Goedkoper dan te onderhouden slaven.

Het  ontstaan van proletariaat, getto’s. En de beleving  van ‘dat mag  niet waar zijn’. Bedachte utopieën over hoe dan anders. Autoritair gerealiseerd deels rampzalig. In democratieën resulterend in streven naar gelijkwaardigheid. Steeds meer publieke ruimte.

Bedrijven die met kwaliteitsborging foutloos produceren. Waarmee ze elkaar kunnen toeleveren. Ze wereldwijd van elkaar afhankelijk zijn geworden. En daarmee ook landen. Zonder China geen zonnepanelen, accu’s, mondkapjes. Oorlogen, het eigen volk eerst  die niet meer kunnen. Wat een internationale rechtsorde  tot een noodwendigheid maakt.

De industriële revolutie die zich afrondt. Waarmee ok innovatie zich afrondt. Dat vooral variëren wordt met wat mogelijk is. Innovaties tot op het praktisch volmaakte. Voor heel producten tot op generaties bestendig. Gelijkwaardig te vererven met een publiek kapitalisme. Daarmee bevrijdt van die nu daarmee dobberende badeenden. Al ingeleid met publieke voorzieningen. Politiek daarop door gaan door mede af te rekenen met de ideologie van het neoliberalisme, Dat alles alleen maar privaat mag, via dobberende badeenden..

Wonen in het groen. Een eetbaar bos, landschap, Met moes- volkstuinen, kamperen daarmee gecombineerd. Vooral leven van de producten van biologische landbouw.  Met kweekvlees in het reine komen met onze voorfamilies. Zo afrekenen met het ongezonde en te dure van supermarkten.    Publiek bezit van generaties bestendige woningen. Dat mensenrecht waarmaken. Wonen dan voor alleen Het B en B. In te richten met de circulatie economie. Voor vrijwel niks.

Plek vrij maken voor de  vrije natuur. Gescheiden van de culturele. Waarin die weer zichzelf  kan zijn. Met bijvoorbeeld wolven. Met heggen daarvoor ondoordringbaar. Waarin vogels weer wat te zoeken hebben. Die natuur waarin het graag toeven is. Plooien rond en over ons culturele.

De naakte aap, een biologisch verhaal. Met code XX voor z’n ontplooiing  vruchtdragend  en voedend. Met één X een poot eraf, een Y, zich beperkend tot zaadgevend. Tepels die bij mannen geen borsten worden. Bedacht als vrouwelijk en mannelijk. Met z’n variaties als van een regenboog.

Het mannelijk met het instinct zich te moeten bewijzen als het beste. Waarmee sterk mannelijk met denken en bedenken dominant werd. Tot op het extreme en doden niet schuwend. De geschiedenis met vooral oorlogen, Maar ook culturele hoogtepunten. Met het vrouwelijk onderdrukt,  bedacht als speeltje voor Adam. Het heilige huwelijk verklaard zodat mannen kinderen krijgen. De stambouw alleen langs de mannelijke lijn.

De toenemende gelijkwaardigheid van vrouwen in de zich daarvan bedrijdende  landen. Met als reactie de boze man. Religieus ondersteund tot op antiek fundamentalisme. Het zich bewijzen dat ook vrouwen hebben. Met vooral een instinct voor beheren. behouden, beschermen. Die het in het onderwijs beter doen. Afronden op een matriarchaat? In de natuur is het vrouwelijk baak dominant. Onze soort die zich kenmerkt met z’n denken en bedenken en daarmee het ‘mens zijn’ van zowel mannen als vrouwen.

Samenlevingen die niet zonder ordening kunnen. Met animisme als aanzet. Proberen te bedenken wie en wat ordent. De dodelijke bliksem bedacht als het zwaard van Wodan.  De natuur beheerst door geesten en goden. Met offers te vriend te houden.  Die resulteerde in  religies. Die zich mede bewezen als praktisch bruikbaar voor die ordening. Het bevestigen van  waarden en normen, geboden en verboden. Maar ook maatschappelijke verhoudingen, unieke posities, blauw bloed bij de gratie Gods.

Religies die blijven steken in fictieve verhalen. Wetenschappen die weer stranden op het mysterie van het elementaire van waarin en waaruit we zijn. Met zo alleen praktisch bruikbare waarheden. Laat religies die daarop inspelen. Waarbij dan de paus ook een vrouw kan zijn.

Dictatoriale ordeningen die tendeerden naar democratische.  Gebaseerd op overleg met hoor en wederhoor. In het antieke Griekenland bedacht. Alleen voor bezittende  mannen. Het elkaar willen begrijpen en waarderen. Alleen goed mogelijk aan tafels van hooguit tien. Het principe van verenigingen en partijen. De uitkomsten delegeren naar hogere niveaus van overleg. Begonnen in een wijk, naar de stad,  het land, het continent, de Verenigde Naties. Met vijf niveaus van overleg wereldwijd een democratie vanuit de lokale burger. Daarmee bevestigen dat we één soort zijn. Wat op de tocht staat vanuit steeds grotere unieke belangen.

De taal waarin we denken. Met het van zelfsprekende van z’n woorden. Verhalen, verteld gekregen. In de eigen kring,  door de media. Persoonlijk beleefd. De taal waarin we denken en bedenken. Daarmee we mens zijn, existeren. Ons leven verantwoorden. Dat als een immaterieel fenomeen in ons oplicht. Pas na en naar dat vertellen van verhalen.  Kinderen die we daarmee mens maken. Wat uit blijft als dat vertellen uit blijft of  niet aanslaat. Waarmee we mens zijn al naar dat vertelde.

Ons denken waarmee aan zet zijn in de evolutie. Volgens Baruch Spinoza (1632-1677).  Door de wereldziel. ‘Alles in het universum is één, en dat ene is wat we God noemen. Besloten in de natuur waarin en waaruit wij zijn. Naar zijn wil. Ons tijdelijk er zijn als middel voor een goddelijke plan. Dat in ons oplicht met ons denken’. Een verhaal dat het fenomeen ‘mens zijn’ herleidt tot een goddelijk gewilde fase in de evolutie. Inmiddels bedacht als begonnen met de oerknal. Die het goede en volmaakte in zich heeft. Waarvoor we al of  niet kunnen kiezen. Democratisch.  Spinoza was een groot voorstander daarvan.

Die fase in de evolutie die zich afrondt tot op een ‘er zijn’ met vooral bezitten. Daarmee existeren. naar eigenwaarde. Al naar niveau van opvoeding, onderwijs, cultuur, media. Met inmidddels ook het massaal dobberen van badeenden, het toerisme. Een bestel met z’n teleurstellingen en angsten,verkeerd  bezig zijn. Op weg naar weer nieuwe afrondingen. Met nog vele miljoenen jaren te gaan. Waarbij het ook zomaar ineens over kan zijn. Die wil van de natuur die daar geen moeite mee heeft.

De zon die het eens voor gezien houdt. We dan afronden op sterrenstof. Met toch nog iets blijvends? Ons verhaal inmiddels elektromagnetisch de ruimte in gezonden. Dat daarin mogelijk rond blijft zingen. Samen met vele andere? Luisteren of die er zijn. Muziek die we dan als  het eerste zullen begrijpen.